“O ew’ge Nacht ! Wann wirst du schwinden ? Wann wird das Licht mein Auge finden ?” Die Zauberflöte, scène 12, nummer 8, finale. Tamino, denkt het publiek, is alleen op het toneel achtergebleven. Het is Tamino niet, het is Wolfgang Amadeus Mozart zelf, die zich verschuilt in de personage van Tamino. Wolfgang weet dat zijn dood aanstaande is en vraagt wanneer zijn ogen het eeuwig licht mogen aanschouwen. “Bald, bald, Jüngling, oder nie !”, zeggen de stemmen uit het hiernamaals.
Wolfgang begrijpt niet wat er wordt gezegd – je zult spoedig sterven, doodgaan zul je nooit – en vraagt : “Bald, bald, sagt ihr, oder nie ? Ihr unsichtbaren, saget mir, lebt denn Pamina noch ?” In die ene vraag, lebt denn Pamina noch, speelt zich de totale film van zijn leven af. Wie hij is geweest en wat hij heeft gedaan, heeft gestaan in het teken van de bevrijding van het fenomeen vrouw, uitgedrukt in de naam Pamina. In zijn doodsangst slaat de twijfel toe : heb ik niet voor niets geleefd ? Lebt denn Pamina noch ? Uit het hiernamaals klinkt het : “Pamina lebet noch !”
Het is bijna de eeuwige rust die Wolfgang overvalt en tegelijkertijd gaat hij uit zijn dak : “Sie lebt ! Sie lebt ! Ich danke euch dafür !”. Het is gelukt, hij is geslaagd.Vanaf nu zal de wereld anders omgaan met het kijken naar en het zien en het waarnemen van het fenomeen vrouw. Met zijn toverfluit in de hand – symbool van de nieuwe man die vernieuwd heeft leren kijken, zien en waarnemen – roept hij: “O wenn ich doch im Stande wäre, Allmächtige, zu eurer Ehre, mit jedem Tone meinen Dank zu schildern, wie er hier, hier entsprang.” Het zetten van de nieuwe toon. Letterlijk en figuurlijk. Dat heeft Wolfgang gedaan. Waar kerk en staat het hebben laten afweten, heeft Wolfgang ons bij de hand genomen. En hij doet dat elke dag opnieuw.
De elite uitgekakt
Zo was het wel in de tweede helft van de 18e eeuw. De elite is uitgekakt en de elite wordt uitgekakt. Niet van de ene dag op de andere, maar langzaam, sluipend langzaam, groeit de afstand tussen de elite en de massa waarover zij de baas speelt. Het belangrijkste dispuut is de positie van de vrouw. Sinds de oude Grieken wordt het verhaal in stand gehouden dat wat wij ‘leven’ noemen, ligt opgeslagen in het zaad van de man. De man kan dit leven doorgeven. De vrouw dient daartoe als functioneel hulpmiddel. Op grond van deze visie is bepaald dat de wil van de man maatschappelijk relevant is en de wil van de vrouw niet. Alle argumenten tegen vrouwen vloeien uit deze visie voort. Het totale maatschappelijke bestel wordt gedragen door biologische argumenten tegen vrouwen. Mannen worden derhalve gezien als wezens en vrouwen als functies.
De Kerk en daarmee de Staat hebben als regerende elite die visie en uitleg maar al te graag overgenomen. Natuurlijk weet de elite inmiddels dat het allemaal anders is. Maar om aan de macht te blijven, mag de elite liegen, eindeloos liegen.
En altijd weer denkt de elite dat de massa te dom is om te begrijpen dat de elite liegt.
Wetenschap voor de massa
De massa is wel dom, maar zo dom is de massa nu ook weer niet. De massa heeft de mens altijd gedefinieerd als de combinatie van twee wezens, de combinatie van man en vrouw. De massa dreigt nu steun te gaan krijgen uit onverdachte hoek, de wetenschap.
Er zijn wetenschappers die zeggen dat zij het bewijs kunnen leveren dat vrouwen wezens zijn. Dat de rol van de vrouw bij het ontstaan van het kind net zo belangrijk is als de rol van de man. God verhoede dat dat waar is, denkt de elite, omdat de consequenties van die waarheid niet zijn te overzien. Neen, de mens staat gelijk aan de man en de vrouw is een rib uit zijn lijf.
De wetenschap is inmiddels de tijd ingrijpend aan het veranderen. Als de wetenschap gelijk heeft, komt er een nieuwe waarheid die zegt, dat elke relatie die niet is gebaseerd op de principes van de gelijkwaardigheid, in zichzelf doodloopt. Dat zal een groot aanpassings- en gewenningsproces vragen. Omdat de elite de principes van de gelijkwaardigheid niet kan accepteren. Als man en vrouw gelijkwaardige partijen zijn en beiden beschikken over een maatschappelijk relevante wil, komt het huwelijk en alles wat daarmee annex onder een onmogelijke druk te staan.Volgens de elite is het huwelijk geen overeenkomst van gelijkwaardige partijen. Het zal het ook nooit worden. Wolfgang heeft van zijn vader geleerd de wetenschap te volgen. Zijn moeder heeft hem laten zien dat een vrouw zoveel meer is dan een functie. Dat goede voorbeeld zal Wolfgang goed volgen.
1778 Il Re Pastore
Als Wolfgang de opdracht krijgt om een opera te schrijven voor de ontvangst van aartshertog Maximiliaan Franz, de jongste zoon van keizerin Maria Theresia, grijpt hij naar een libretto van Metastasio, Il Re Pastore. Met behulp van deze tekst kan hij de nieuwe ideeën over de gelijkwaardigheid van de mens, het paar, en dus het huwelijk vorm geven. Bovendien kan hij aan de zoon van de keizerin duidelijk maken dat de tijden definitief veranderd zijn op het moment dat hij de troon zal bestijgen.
De ideale samenvatting van alle nieuwigheid die in de lucht hangt, is de aria “L’ameró, saró costante”, gezongen door de herder Aminta, het bijna-anagram van de Tamino uit die Zauberflöte. Als Aminta tot de troon wordt geroepen en hem wordt gevraagd wat nu de positie van zijn verloofde Elisa is, antwoord Aminta : “Ik zal van haar houden en ik zal haar trouw blijven, ik zal een goed echtgenoot zijn en een goede minnaar, slechts zij zal het ritme van mijn adem bepalen. Slechts in haar, zo lief, zoet en zacht, zal ik mijn vreugde, mijn geneugten en mijn vrede vinden”.
Het huwelijk als een relatie waarin de gelijkwaardigheid van man en vrouw voorop staat. Onderstreept door een obligate vioolpartij, symbool van de lichaamstaal van de vrouw en ondersteund door de fluit, het symbool van de lichaamstaal van de man. Aminta eindigt met saró costante, ik zal haar trouw blijven, omdat de trouw de liefde wel kan verdienen, maar de liefde de trouw niet.
Veertien andere componisten hadden het verhaal al gebruikt. Zonder veel succes overigens, omdat de tijdgeest nog niet rijp was voor de boodschap. En natuurlijk omdat Wolfgang een muzikale theatervorm weet te vinden die de kijker en de luisteraar zo beïnvloedt, dat het veranderingsproces zich ook in individuele personen gaat voltrekken.
1782 Die Entführung aus dem Serail
In 1781 maakt Wolfgang zich los van zijn eigen verleden : hij breekt met zijn vader, hij vestigt zich als zelfstandig componist en neemt zijn intrek in huize Weber. Zijn nieuwe opera moet aan drie eisen voldoen : goed verkopen, goede muziek en met veel humor duidelijk de principes van het nieuwe denken laten zien. Daarom Die Entführung aus dem Serail.
Wolfgang kan er wel om lachen. Zo’n lekker anglicaans blondje dat die enorme Turkse muzelman Osmin op zijn nummer zet : wij Europese vrouwen zijn geen slavinnen meer ! En die o zo katholieke Belmonte moet diep door de knieën voor zijn waanideeën over Konstanze. Omdat de liefde overwint, niets anders dan de liefde. Wolfgang kan het wel uitschreeuwen. Hij heeft de hartslag van de mens gevangen in een aria – klopft mein liebesvolles Herz – en daarmee het eerste cardiogram geschreven. Ook omdat Wolfgang zijn eigen hart heeft weggeven aan Konstanze, een van de Weberdochters. Konstanze en costanza, het Italiaans voor trouw, ligt dicht bij elkaar. Zo neemt de nieuwe tijdgeest ook Wolfgang privé op sleeptouw.
In het grote quartet “Ach Belmonte ! Ach mein Leben !” krijgen wij voor het eerst een voorzichtig kijkje in de nieuwe samenleving. Wil de nieuwe samenleving slagen, dan zullen de mannen vergeving moeten vragen aan de vrouwen die zij bijna vijfentwintig eeuwen hebben mishandeld. En dat kwaad – de totale ontkenning van de vrouw – kunnen wij niet met kwaad vergelden. Omdat wij dan met elkaar geen toekomst meer hebben.
Le nozze di Figaro 1786
Van de Beaumarchais trilogie wordt Les Noces de Figaro al heel snel de favoriet van het publiek. Marie-Antoinette, de vrouw van Louis XVI, het zusje van de Oostenrijkse keizer Joseph II, staat doodsangsten uit als zij hoort hoe groot de invloed van die verdomde Beaumarchais-stukken is. Zij correspondeert regelmatig met haar broer over de vraag in hoeverre dergelijke toneelvoorstellingen kunnen worden toegestaan. Broer en pater familias Joseph raadt haar aan de stukken in ieder geval buiten Parijs te houden. In 1784 is er geen houden meer aan en wordt Les Noces de Figaro in Parijs in triomf binnengehaald. De oude orde – Graaf en Gravin/Rosina – heeft verloren ; de nieuwe orde – Figaro en Susanna – waarin de gelijkwaardigheid van man en vrouw voorop staat, heeft gewonnen.
Susanna is voor elke vrouw een volstrekt nieuw voorbeeld. Zij heeft niet alleen een wil, zij uit die wil ook en bovendien realiseert zij wat zij wil. Het ergste is misschien nog wel dat zij met haar aanpak ook Rosina/de Gravin inspireert tot volstrekt nieuwe handelingen en gedragingen.
Waar de wereld van opkijkt, zijn de middelen die Susanna inzet om haar doelen te bereiken. Marie-Antoinette en met haar iedereen die op de een of andere manier macht heeft, gruwelt bij de gedachte dat alle vrouwen zich zo zouden kunnen gaan gedragen. Niet langer als louter biologische functies, maar als vrije wezens, net als de mannen.
Het succes van het stuk is niet te stuiten en Joseph II weet nu ook dat hij de Nozze di Figaro in Wenen in het theater zal moeten toestaan. Joseph II heeft geen enkel bezwaar tegen maatschappelijke veranderingen, integendeel, maar de processen die tot die veranderingen moeten leiden, moeten gestuurd en geordend verlopen, omdat wij anders terecht komen in een chaos die uiteindelijk kan uitmonden in een revolutie. En op een revolutie zit niemand te wachten.
Dus mag Wolfgang , het begenadigde communicatie-instrument tot verandering van de maatschappelijke processen in handen van de keizer, zijn Nozze di Figaro componeren en in 1786 in Wenen in première laten gaan. Meer dan negen voorstellingen kunnen niet worden toegestaan, omdat er anders binnen de paleismuren een revolutie uitbreekt.
In Praag wordt nog in hetzelfde jaar de basis gelegd voor het eeuwige succes van deze opera, omdat de Tjechen zichzelf de geheimtaal van het protest al helemaal eigen hebben gemaakt.
Figaro : karakters in notenschrift
Samen met Lorenzo da Ponte kiest Wolfgang in de Nozze di Figaro voor de klassiek bijbelse stijl van vertellen. Eerst wordt het doel van de nieuwe ordening getoond om vervolgens te laten zien welke omstandigheden de betreffende oplossing in de weg staan.
In het eerste toneelbeeld toont de Figaro de wereld van de man, de wereld van de meetbaarheid, de wereld van de getallen. Susanna is als vrouw niet veranderd. Zij is en blijft het wezen dat zich inzet voor de instandhouding van de soort. De kern van die werelden verandert niet. Beiden hebben daarom een eigen muzikale lijn, totdat de muziek van de Figaro afbuigt naar de tekst van Susanna. Het wonder heeft zich voltrokken.. De Figaro kijkt anders, praat anders en handelt anders en erkent dat Susanna vanuit zichzelf en op eigen kracht kan bereiken wat zij wil bereiken.
De opera vertelt ook het verhaal van de nieuwe man die wij nodig hebben om tot maatschappelijke veranderingen te komen, de Cherubino. Iedere vrouw is in staat hem van kleur te doen verschieten, iedere vrouw kan het hart van hem op hol brengen. De Cherubino zingt zijn eerste aria Non so piu…met de kortademigheid en het zo verschrikkelijk bonzende hart van de puberjongen die aan de vooravond staat van het man worden.
Het tweede grote nummer van de Cherubino is de canzona Voi, che sapete, che cosa è amor. De tekst is gericht aan het adres van alle vrouwen in de hele wereld : U die weet waar het in de liefde over gaat…tokkelend begeleid op de gitaar(!!!) door Susanna.
Dit is revolutie, omdat in de officiële leer vrouwen niet geacht worden deel uit te maken van de liefde. De Cherubino, de nieuwe man in aantocht, vraagt een verklaring voor gevoelens die hij niet kent, omdat mannen niet geacht worden dergelijke gevoelens te hebben. Voor het antwoord op de vraag wat dat gevoel is, richt hij zich tot de vrouwen. Omdat een vrouw weet wat liefde is.
De gravin vraagt zich dat vertwijfeld af. Haar grote solo begint met de regels : “ E Susanna non vien…, een Susanna komt niet meer in mij boven”. De gravin realiseert zich dat zij niet meer kan veranderen. Zij is en blijft het vrouwbeeld van vroeger. Maar ook aan dat vrouwbeeld zaten prachtige kanten. Haar trouw moet toch in staat zijn om de aandacht en genegenheid van haar echtgenoot terug te winnen. Zij zal zich daartoe wel laten zien in het uiterlijk van het vrouwbeeld nieuwe stijl, Susanna.
Als de gravin later een brief dicteert aan Susanna volgt de muziek eerst de dicterende mond en dan de schrijvende hand en dan weer de mond van Susanna, die de laatste regels herhaalt. Nooit meer in de muziekgeschiedenis is er iemand in geslaagd de menselijke communicatie in woord en geschrift zo in noten te vangen.
Aan het eind van de opera mag de Figaro nog één keer achttien eeuwen katholieke kijk op vrouwen samenvatten, omdat het met die kijk op de wereld definitief gedaan is. De tekst en de muziek dienen als opmaat voor de verschijning van Susanna. Als een vrouw een totaal zelfstandig wezen is met een eigen wil, die zij kan uiten en die ook kan realiseren, betekent dat ook dat vrouwen beschikken over een eigen beleving van de sexualiteit. Hoe leg je dat uit aan de zittende machtsstructuren ? Wolfgang weet samen met Lorenzo da Ponte hoe je dat uitlegt. Je laat Susanna in middeleeuwse lustpoëzie de aria Deh vieni non tardar….. zingen in de begeleiding van het pizzicato van de strijkers, terwijl haar minnaar ademt in de combinatie van fagot, klarinet, hobo en fluit. Lichamelijker kan het niet worden geschreven.
Volgens een overgeleverd verhaal is er een uitspraak van Napoleon Bonaparte :
“Onthoud de premièredatum van de Figaro in Parijs, want toen is de revolutie begonnen”.
Don Giovanni 1787
In de Don Giovanni – première in Praag, waanzinnig succes – worden achttien katholieke manneneeuwen naar de geschiedenis verwezen. Wolfgang dweilt de vloer aan met de manier waarop mannen relaties aangaan en relaties onderhouden. Don Giovanni verkracht Donna Anna, hij vermoordt haar vader, hij geeft valse huwelijksbeloftes aan Donna Elvira, hij versiert Zerlina, hij laat Massetto afvoeren en als hij door de maatschappij ter verantwoording wordt geroepen, heeft Leporello het gedaan. Willen wij een nieuwe orde creëren, dan zullen wij definitief moeten breken met deze vorm van masculien denken en handelen.
Don Giovanni verwart grenzeloos egoïsme met vrijheid. Die vrijheid bestaat wel, maar de vrijheid moet worden getoetst aan de katholieke reglementen van Donna Anna en Don Ottavio, de burgerlijke inzichten van Donna Elvira en Massetto en de frivoliteit van Zerlina.
Leporello is het alter ego van Don Giovanni. Hij opent de avond met de oplossing voor het probleem : “Non voglio piu servir….het ondergeschikt zijn ben ik zat”. Die stelling moet worden gecombineerd met het nieuwe boek van Adam Smith uit 1776 “An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations”. Dat wil zeggen : de wereld van de man moet in economische zin worden omgevormd tot een stelsel waarin de gelijkwaardigheid voorop staat. Het is de voorwaarde voor de nieuwe economische orde.
Tevens hebben Wolfgang en Lorenzo nog een waarschuwing voor ons in petto. De opvattingen van mannen over organisatie en hiërarchie en hoe alles aan die twee ondergeschikt moet worden gemaakt, is zeer hardnekkig. Mannen als Don Giovanni – dat zijn de mannen die de leiding hebben in de Kerk en de Staat – zijn nooit in staat om toe te geven dat zij de wereld hebben beheerst met foute opvattingen, ideeën en leerstellingen. Zelfs levenslang branden in de hel zal hen niet afschrikken.
Cosi fan tutte(le donne) 1790
De kritiek zegt , dat alles wat vrouwen aangaat, nu ongewild op een te hoog voetstuk is geplaatst. Als mannen dan zo onbetrouwbaar zijn en wij uitgaan van de stelling dat er sprake is van een volkomen gelijkwaardigheid van man en vrouw, moet ook in het gedrag van de vrouw die onbetrouwbaarheid kunnen worden aangetoond. Het antwoord wordt geformuleerd in de opera Cosi fan tutte(le donne), Zo doen ze allemaal(de vrouwen).
Natuurlijk wordt de ontrouw belicht en aan de kaak gesteld, maar zo komisch en met een zo milde knipoog, dat je geneigd bent te geloven dat ontrouw voor vrouwen een volstrekt natuurlijke gedraging is. Tegelijkertijd is de opera een waarschuwing aan het adres van de man : vrouwen willen spelen en bespeeld worden. Leer dat, doe dat en doe dat goed, wil je het contact met de wereld van de vrouw niet verliezen.
La Clemenza di Tito 1791
Wolfgang heft gezegd wat hij te zeggen had. Over man zijn, vrouw zijn, maatschappij zijn. Over de gelijkwaardigheid van de ruil in welke relatie dan ook. Waar hij nog niets over heeft gezegd is het leiderschap. Omdat de nieuwe leiders ons allemaal het goede voorbeeld moeten geven in de komende 19e eeuw. Die kans neemt hij waar in La clemenze di Tito. Tegelijk is het zijn persoonlijk afscheid van de wereld. Luister naar Parto, parto en weet hoe hij van Konstanze gehouden heeft. Luister naar de klarinet van Anton Stadler en weet hoe hij opnieuw vecht voor het nieuwe innerlijk van de nieuwe man.
die Zauberflöte 1791
In Frankrijk is inmiddels de revolutie uitgebroken, Haydn is afgereisd naar Engeland en Joseph II is overleden. Op 7 maart 1791 krijgt Wolfgang bezoek van Emmanuel Schikaneder, de grote impressario met wie hij had samengewerkt aan het project der Stein der Weisen. Schikaneder stelt Wolfgang voor om een echte Hans-Worst Opera te schrijven, die Zauberflöte. Als Wolfgang na enige maanden ontdekt dat hij op weg is naar de dood, weet hij de opera om te toveren tot een nieuwe blauwdruk voor het nieuwe leven van de nieuwe mens.
Het leven van de mens is opgebouwd uit drie lagen : biologie, cultuur en spiritualiteit. Het leven van de mens is opgebouwd uit masculiene en feminiene stelsels. Die zes krachten communiceren in de opera met elkaar : biologisch Papageno(M) en Papagena(F), cultureel Tamino(M) en Pamina(F) en spiritueel Sarastro(M) en de Koningin van de Nacht(F). Tijdens de voorstelling zijn wij getuige van de manier waarop het feminiene denken de ogen opent van de vastgelopen masculiene structuren. De wereld is opnieuw ten onder gegaan aan het masculiene beeld dat werd uitgedrukt in de fluit en de belletjes. Willen wij met elkaar een nieuwe toekomst creëren, dan zullen wij ons moeten laten leiden door een toverfluit en toverbelletjes.
Ook nu beginnen wij met de oplossing. Het eerste toneelbeeld laat zien hoe de mensheid wordt gered, omdat de vrouw – verleden,heden en toekomst – de masculiene systematiek in de vorm van de draak weet te overwinnen. Daarmee is de mensheid bevrijd.
In het tweede toneelbeeld leren wij welk simpel gegeven die droom verstoort. De verzelfstandiging van de drieëenheid – moeder-echtgenote-dochter – levert ons drie vrouwen op met elk een eigen hart en een eigen verstand en een eigen oordeel. Daar ligt de grond voor diepgaande conflicten.
De Koningin van de Nacht is het beeld van de vrouw dat door de heersende leer in de duisternis is geplaatst. Wil dochter Pamina toekomst hebben, dan zal zij Sarastro moeten doden, omdat hij in hoofdzaak verantwoordelijk is voor het in stand houden van dat foute beeld. Omdat Sarastro verandert van inzicht en het paar erkent als de definitie van het mens zijn, is er ook voor hem een toekomst weggelegd.
Papageno ziet in Papagena op het eerste gezicht het oude vrouwbeeld. In drie stappen wordt zijn waarneming veranderd en is Papagena bereid mee te werken aan de vorming van een nieuwe generatie.
Tamino wordt overtuigd van de noodzaak om een nieuw vrouwbeeld als uitgangspunt voor het leven te kiezen. Daarna kan hij de proeven doorstaan en weet hij zich geleid door Pamina, die zich op haar beurt erop beroept geleid te worden door de liefde.
Conclusie
De opera’s van Wolfgang Amadeus Mozart zijn actueler dan ooit. Islamitische vrouwen moeten anno 2014 met behulp van zijn muziek net zo overtuigd kunnen worden als hun katholieke zusjes in de 18e en 19e eeuw. Destijds ging het om een biologische vraag : is de vrouw een wezen en welke consequenties heeft dat dan ? Dezelfde vraagstelling geldt nu de economie en de organisatie van de arbeid : is de werknemer een wezen en welke consequenties heeft dat dan ?
De tijden zijn veranderd, de metaforen zijn gebleven. Wolfgang heeft als geen ander een overtuigende vorm voor deze metaforen gevonden. Geen componist is er zo in geslaagd om het eeuwige van lichaam en geest zo met elkaar te verbinden als hij.
Waarom hij was wie hij was, weten wij niet. Waarom uitgerekend hij ons dagelijks betovert, weten wij ook niet. Afkomst, tijdgeest en talent spelen hier met elkaar een merkwaardig spel. Wij, de gewone mensen, zijn dankbaar dat hij ons altijd en opnieuw de weg wijst. Omdat wij in de muziek in het algemeen en in zijn muziek in het bijzonder het dichtst bij de hemel zijn.