Kaart wordt geladen...

Datum/Tijd
Date(s) - 17/07/2018
12:00 - 14:00

Locatie
Stichting Senioren Academie HOVO Groningen en Drenthe

Categorieën


HOVO / KM 2018 / CONCERTO GROSSO / MUZIEKFRAGMENTEN

Wat je vooraf moet weten

1. Vanaf 1600 gaat het om de overeenkomsten en verschillen tussen
gelijkheid en gelijkwaardigheid. Metafoor: muziekinstrumenten.

2. Vanaf 1600 gaat het om de overeenkomsten en verschillen tussen
collectiviteit en individu. Metafoor: klankverhoudingen in samenspel.

3. De taal van de kunst gaat altijd vooraf aan de taal van het geloof,
de politiek en de wetenschap.

4. De taal van de wetenschap zal zich gaan aansluiten bij de taal van de kunst.
De microscoop van Anthonie van Leeuwenhoek (1632 – 1723) speelt hierin een vooraanstaande rol.

5. Claudio Monteverdi heeft voor zijn theaterwerk een orkest geformeerd: strijkers / blazers / continuo(ritme) groep

6. Onze belangrijkste vraag: hoe gaat de ontwikkeling van het orkest zich verhouden tot allerhande ontwikkelingen in Kerk, Maatschappij en Wetenschap?

Archangelo Corelli (1653 – 1713)

Concerto Grosso heeft twee betekenissen:

a. groot orkest / ripieno en
b. compositievorm.
Concerto Grosso / groot orkest staat tegenover concertino / klein orkest.
Het concertino bestaat uit twee violen en een cello.
Het concerto grosso bestaat uit eerste violen, altviolen, celli en contrabassen.
Een Concerto Grosso onderzoekt de mogelijkheden van het samenspelen van het Grote Orkest / concerto grosso en het Kleine Orkest / concertino.
In 1714 worden 12 Concerti Grossi van Corelli in Amsterdam gepubliceerd.
De concerten 1 t/m 8 zijn Concerti da Chiesa ( langzaam – snel – langzaam)
De concerten 9 t/m 12 zijn concerten da Camera ( snel – langzaam – snel)
Als luistervoorbeeld gebruiken wij Concerto Grosso no.2
Hierin is de opbouw tussen het grote en het kleine orkest heel goed te volgen.

Alessandro Scarlatti ( 1660 – 1725)

Tijdgenoot van Corelli, beetje hetzelfde en toch weer heel anders.
Publiceert zes Sinfoniae di Concerti Grossi.
In deze Sinfoniae heeft het concertino geen vaste bezetting van de strijkers.
Hij kiest voor een wisselende bezetting van blazers: fluiten, fluit en trompet, fluit en hobo.
Als luistervoorbeeld gebruiken wij Sinfonia di Concerto Grosso no.4, waar het concertino bestaat uit fluit, hobo en cello.

Georg Friedrich Händel (1685 – 1750)

Van Italië naar Duitsland. Georg Friedrich Händel is een Duitser. En toch is zijn muziek niet zo Duits als de muziek van tijdgenoot Johann Sebastian Bach. Omdat Händel wel naar Italië is geweest en Bach niet. Omdat Händel naar Engeland is gegaan en Bach niet. Händel kan dus componeren in een verantwoorde Italiaanse stijl.
Daarom publiceert hij ook Concerti Grossi. Zijn opus 3 bestaat uit zes Concerti Grossi en zijn opus 6 bestaat uit 12 Concerti Grossi. In zijn opus 6 volgt hij heel letterlijk het voorbeeld van zijn grote voorganger Archangelo Corelli. Ook diens Opus 6 bestaat uit 12 concerten.
Als luistervoorbeeld gebruiken wij Concerto Grosso opus 6 no.5.
Het is heel Italiaans van kleur en heeft een concertino dat bestaat uit twee violen en violoncello.
De zesdelige indeling houdt het verband met de suite nog een beetje in ere:
langzaam – snel – heel snel – langzaam – snel – menuet.
De duur van het concert is ruim anderhalf keer zo lang als van het gemiddelde Italiaanse Concerto Grosso.

Johann Stamic / Stamitz ( 1717 – 1757 ) / Mannheim 1

Zoals Lully onverbrekelijk verbonden was met Lodewijk de XIV-e  en Rameau met Lodewijk de XV-e, zo is Johann Stamitz onlosmakelijk verbonden met het Hof van Mannheim. Je moet het als componist en musicus maar treffen met een opdrachtgever die altijd weer iets nieuws van je vraagt en bereid is om al jouw experimenten te financieren.
Zo kon Johann Stamitz zijn tijd ver vooruit zijn en kon hij het Grote Orkest en het Kleine Orkest al met elkaar integreren. Zo ontwerpt hij een orkest dat bestaat uit drie onderdelen: eerste strijkers, tweede strijkers en een baslijn van celli en contrabassen.
Een orkest moet snel – langzaam en heel snel kunnen spelen. Voeg daarbij een menuet om het verband met het verleden intact te laten.
Als luistervoorbeeld gebruiken wij zijn Trios voor orkest opus 1-3.
Van Franz Xaver Richter ( 1709 – 1789), tijdgenoot en collega van Johann Stamitz in het Mannheimer Orchester, gebruiken wij als luistervoorbeeld een Sinfonia met als ondertitel “La Melodia Germanica”. Zou er dan toch Duitse muziek bestaan?

Share