Revoluties zijn nooit onzichtbaar. Te veel mensen willen alleen maar zekerheid in hun leven. En dus zijn zij blind voor de revolutie. Zij zijn niet in staat om de tekenen van de revolutie te zien, te horen, te voelen, te proeven en te ruiken. Als de pleuris echt uitbreekt, zeggen zij dat zij verrast zijn.
Daarom uw aandacht voor “De Barbier van Sevilla”, het toneelstuk van Pierre Beaumarchais (1732-1799), in 1782 tot opera bewerkt door Giovanni Paisiello (1740-1816) en in 1816 door Giacchino Rossini (1792-1868). De versie van Paisiello zijn wij nagenoeg vergeten. De Barbier van Rossini hoort tot de populairste opera’s aller tijden.
Het stuk behandelt de revolutionaire veranderingen die in de 18e eeuw op komst zijn:
* Adel en regenten worden teruggebracht tot gewone burgers.
* De vrouw zal worden erkend in haar wezen en haar mens zijn.
* De geheimen en de duisternis van de biechtstoel worden vervangen door de openbaarheid en het licht van de kappersstoel. Het figuurlijke mes op de keel wordt daarmee een heel letterlijk mes. Anders gezegd: wie geschoren wordt, moet heel stil blijven zitten. Omdat wij niet geroepen zijn om onszelf om te brengen.
Anno 2015 is het stuk opnieuw actueel. De democratiseringsgolven van toen zijn nu uitgegroeid tot tsunami’s. Thomas Piketty smeekt ons om de controle op het kapitaal te democratiseren. Dat is nog steeds niet gebeurd. De bank – adel en regenten – is eigenaar van uw bankrekening en van het geld dat erop staat. In de regel heeft hard werken het geld gecreëerd.
Ook de eigendom van de arbeid is nog niet gedemocratiseerd. Met de 1,2 miljoen ZP’ers – zelfstandige professionals – zijn wij op een heel goede weg. Wij zijn er nog lang niet, de tegenstand is opnieuw heel groot. Samen op weg naar de democratisering van eigendom en arbeid. Leer het zien in de Barbier van Sevilla.