Europa is geen entiteit. Dat is de kracht en de charme van Europa. Elke twee uur een andere taal, een andere geschiedenis, een andere cultuur. Het Romeinse Rijk sterft definitief in 476 als keizer Romulus Augustus in Ravenna wordt afgezet.
De Kerk wil ons doen geloven dat de doop van Clovis in Reims in 496 het begin is van Europa als christelijk erfdeel der natie. Zelfs de keizerskroon van Karel de grote in 800 zal ons die eenheid niet brengen. Leonore van Aquitanië (1122 – 1204) legt de basis voor het moderne Europa: eenheid in verscheidenheid.
Karel V zal als de geniaalste bestuurder van Europa zijn droom van de katholieke eenheid niet waarmaken. Na hem hebben Napoleon en Hitler het nog geprobeerd. Beiden hebben gefaald. Na WO2 opnieuw een poging: van EGKS en EEG naar de EG en de Euro Muntunie. Deze constructies staan nu op het punt van omvallen.
De argumenten daarvoor vindt u bij William Shakespeare. Hij laat ons zien waarom de Europese eenheid onzin is. Van Macbeth – Macht en Geweten –in Schotland naar Hamlet – Meerderheids- en Minderheidsstandpunt / Spel en Waarheid – in Denemarken, vandaar naar Othello – blank en gekleurd / integratie van religies en culturen – op Cyprus en vervolgens naar Romeo en Julia – de oorlog in onszelf – in Verona. Deze vier toneelstukken markeren Shakespeare’s Europese kaart. Van al deze toneelstukken zijn in de 17e, 18een 19eeeuw opera’s gemaakt. Opdat wij het nog beter zouden begrijpen.
Rossini steekt de draak met de Europese eenheid in zijn Il Viaggio a Reims (1825). Ook Verdi is een fel tegenstander van de Europese eenheid. Hij toont ons de politieke onmacht en de bestuurlijke onkunde van incompetente leiders in zijn opera Don Carlos uit 1867.
Al deze opera’s vertellen ons elke dag opnieuw dat het Europese Ideaal onder de vigerende omstandigheden geen kans van slagen meer heeft. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Zo werkt het niet. Een politicus is geboren om te bewijzen dat het onmogelijke maakbaar is.