“De sekswerker moet internationaal gelegaliseerd worden” kopte mijn dagblad Trouw begin augustus. Onder de kop volgde een pleidooi van Internationale Organisaties om niet langer de hoer strafrechtelijk te vervolgen, maar de hoerenloper. In Scandinavië was juist die wetswijziging een groot succes geweest.

Nederland was al aardig op de goede weg, maar had het echte punt nog niet gemaakt. In Limburg ging het nog om seksueel contact met een minderjarige, terwijl de Internationale Organisaties bepleiten dat elke hoerenloper binnen de grenzen van het strafrecht komt te vallen.

Spraakmakende keizerinnen in Byzantium: Passie, Intriges en Politiek is een vermakelijk boekje van de hand van Hein L. van Dolen. Hij bespreekt de handel en wandel van elf toonaangevende vrouwen, die zich hebben laten vereren als Augusta (Verhevene), Basilissa (Keizerin) of Despoina (Meesteres). Er gaat een wereld voor je open als je het verhaal leest van Theodora. Zij is de dochter van een berentemmer en een danseres en verdiende van jongs af aan haar geld als sekswerker. Als het moest 24 uur per dag. In 525 trouwt zij met keizer Justinianus (483 – 565).
Als keizerin maakt zij naam met geslaagde sociale maatregelen. Eén daarvan is het willen legaliseren van de sekswerker, dat is het strafbaar stellen van de hoerenloper.

In 1649 schrijft G.F. Händel zijn opera Theodora. De spraakmakende keizerin is nu geworden tot een bekeerde christin, die aan de hand van haar christenbroeder Didymus bereid is om te sterven voor haar geloof. Hoeveel druk er ook op haar wordt uitgeoefend, zij wankelt niet en wijkt niet af van haar overtuiging. Zij wordt bewierookt om haar moed en wilskracht, maar moet wel accepteren, dat zij samen met Didymus op de brandstapel gaat.

Gelegaliseerd sekswerk. Kunst en Cultuur zijn voor, maar DSK en zijn compaan Lord Sewel blijven tegen. Quod licet Iovi non licet bovi. Quod erat demonstrandum.

Share