Waait het crisis of maken wij ons op voor de storm van een fundamentele omwenteling? Grijpen wij terug op de ervaringen van 1929 en de jaren ‘30 of staan wij dichter bij het aardverschuivende veranderingsproces van de Franse Revolutie tussen 1775 en 1825? De politieke, financiële, ondernemende en andere bestuurlijke elite wil ons doen geloven dat het waait. En dat zij met verstandige ingrepen de storm voor kan blijven. Misschien wel kan afwenden.
De politieke,financiële, ondernemende en andere bestuurlijke elite heeft onder de huidige omstandigheden een te beperkte kijk op de actuele ontwikkelingen. De zittende elite zal voorlopig niet toegeven dat wij met elkaar een fundamenteel veranderingsproces zijn binnengetreden. Dat proces is al begonnen in 1975 en zal rond 2025 worden afgesloten.
Laten wij proberen een lijn te ontdekken in beide veranderingsprocessen. Anders gezegd, wij gaan een vergelijking aan van het tijdperk 1775-1825 met 1975-2025.
Historisch houvast
Om te beginnen de vraag of het zinnig is om rond het jaar 2000 te praten over een tijdperk van fundamentele omwenteling. Mogelijk kunnen wij steun vinden in de jaartallen die verbonden zijn met periodes van meer dan fundamentele omwenteling.
Om te beginnen is daar het jaartal 496 dat wij kennen als het dopen van de Franse koning Clovis. Het jaartal rond 500 staat voor een fundamenteel andere aanpak van het bestuur van het Europese Huis. Na 814 zal deze droom uiteen spatten.
De scheiding van Rome en Constantinopel in 1054 is opnieuw zo’n jaartal. Het gaat hier om de scheiding van Oost- en West-Europa. Kruistochten helpen niet om het geschonden Westerse blazoen weer op te poetsen. West-Europa zal vanaf pak weg 1200 fundamenteel veranderen.
Tussen 1450 en 1525 zal de Westerse beschaving opnieuw op zijn grondvesten schudden. Het varieert van het bewijs van de aarde als ronde planeet in een zonnestelsel, de ontdekkingsreizen naar Amerika, Afrika en Azië tot en met de definitieve scheiding van Noord- en Zuid-Europa in protestanten en katholieken.
Als wij rond de jaren 500, 1000 en 1500 met elkaar terecht komen in een fase van fundamentele omwenteling zegt ons dat op zijn minst dat wij ons niet hoeven te verbazen als wij rond het jaar 2000 opnieuw aan een fundamentele omwentelingsfase toe zijn.
Maatschappelijk fundament
De kern van het probleem wordt gevonden in de constructie van het maatschappelijk fundament. Het maatschappelijk fundament regelt de verhouding tussen de rechten van het individu en de verplichtingen van de verschillende maatschappelijke groeperingen waarvan het individu deel uitmaakt. De samenleving is constant op zoek naar de goede verhouding tussen het individuele recht en de collectieve verplichting.
Anno 2014 staan de individuele rechten en de collectieve verplichtingen opnieuw op zeer gespannen voet met elkaar. Daarom is het goed om te rade te gaan bij de laatste episode in de geschiedenis die ons in deze kan helpen. Het gaat om het jaar 1789, dat wij allen kennen als de uitbraak van de Franse Revolutie. Waarom moest die Revolutie er komen, wat ging eraan vooraf en hoe zag de wereld er na de revolutie uit?
De katholieke en christelijke leer
Het maatschappelijk fundament van de 18e eeuw is nog steeds sinds het ontstaan van het christendom gebaseerd op het uitgangspunt dat de man een wezen is en vanuit zijn wezen zijn (opgedragen) functies vervult. De vrouw daarentegen kan de status van wezen niet bereiken, omdat zij geen deel heeft aan het ontstaan van de toekomst. Derhalve is zij louter functie. Die stelling moet worden toegelicht.
De leer van de Katholieke Kerk en Staat zegt ons dat wat wij aanduiden als “het leven” ligt opgeslagen in het zaad van de man. Uit dat zaad kan uitsluitend een kind ontstaan, als het is ingeplant in de vrouw. Let wel: in deze leer laat de vrouw geen leven ontstaan, maar fungeert louter als middel om het kind tot geboortegewicht te laten groeien. Als wij “het kind” uitdrukken in termen van “de toekomst” heeft de vrouw geen deel aan het ontstaan van de toekomst. De toekomst wordt louter bepaald door mannen. Daarom is de wil van de man maatschappelijk relevant. Daarom heeft de vrouw geen maatschappelijk relevante wil.
Maatschappelijk relevante wil
Natuurlijk heeft de vrouw een wil. Van het drinken van een kopje thee tot het aanschaffen van nieuwe kleding. Zelfs voor het altaar wordt haar wil gevraagd – ja ik wil – maar die wil is en blijft maatschappelijk niet relevant, omdat zij niet aantoonbaar en bewijsbaar deelgenoot is van het ontstaan van het kind.
Op basis van deze katholieke en ook protestants-christelijke leer wordt de vrouw een maatschappelijk relevante positie onthouden. Scholing en ontwikkeling dient haar te worden ontzegd evenals deelname aan het maatschappelijk openbare leven.
Het is slechts een kwestie van tijd om het maatschappelijk fundament dat op deze leer is gebaseerd op zijn grondvesten te doen schudden.
16e en 17e eeuw: vernieuwing op komst
Leonardo da Vinci(1452-1520) is het begin van alle vernieuwing. Hij houdt ons constant voor dat wij onze ogen moeten gebruiken. Niet louter kijken, maar juist moeten leren zien. Van daaruit moeten wij leren verklaren en begrijpen. Hij gaat ons voor op een voor die tijd bizarre weg. Hij toont ons ideeën, tekeningen en voorwerpen waar de ongeletterde massa niets van begrijpt. Het belangrijkste is dat hij het fundament legt van de individuele kijk op alles wat leeft en beweegt.
De mens is nooit geroepen geweest om zijn zekerheden snel op te geven. Houvast is weten wat je hebt. Niet weten wat je krijgt, is een bedreiging. Dat geldt niet alleen voor de ongeletterde massa, het geldt zeker ook voor de elite. Een dreigement aan het adres van Galileo Galilei(1564-1642) doet hem besluiten om bij de Kerk te willen blijven horen.
Het zijn de wetenschappers die met de kennis van het menselijk brein het geloof van de Kerk te lijf gaan. Meten is weten en geloven komt van boven. Zo komt ook het onderzoek van het menselijk lichaam opnieuw op gang. Met dank aan Anthonie van Leeuwenhoek(1632-1723) en zijn microscoop.
Taal van het lichaam
Volgens de leer van Kerk en Staat is het menselijk lichaam verdeeld in hoofd en ledematen. Die verdeling komt uit een brief van de apostel Paulus. De kern van die opvatting zegt, dat de ledematen te allen tijde afhankelijk zijn van het hoofd. De taal van het hoofd is dus superieur aan de taal van het lichaam. Waar Paulus spreekt in overdrachtelijke zin, neemt de kerkelijke en wereldlijke elite deze teksten letterlijk. Zo letterlijk, dat er eigenlijk een verbod komt op de taal van het lichaam. Omdat het geloof wordt uitgedrukt in de taal van het hoofd.
Bijna alle geboden en verboden van de katholieke en protestants-christelijke leer zijn uit deze tegenstelling te verklaren. De wereldlijke overheid behoort tot een van de twee genootschappen en sluit zich blindelings bij deze opvattingen aan.
Het behoeft nauwelijks betoog, dat in deze opvatting de taal van het hoofd het domein is van de man en de taal van het lichaam het domein van de vrouw. Het sluit naadloos aan bij de ontkenning van het wezen van de vrouw door Kerk en Staat.
18e eeuw: doorbraak
Waarom het tot de 18e eeuw heeft moeten duren eer deze opvatting met succes kon worden bestreden, is niet bekend. Vaststaat in ieder geval, dat de wetenschap zich in de 17e eeuw al heeft losgemaakt van de kerkelijke en staatkundige elite om aansluiting te zoeken bij de opvattingen van de massa. Dat wil zeggen, de wetenschap verklaart zich solidair met de taal van het lichaam en gaat op onderzoek uit.
De elite zich laat leiden door de idee dat de vrouw genomen is uit de rib van Adam. Daarom is zij in alles ondergeschikt aan de man. De massa kent die andere opvatting van het scheppingsverhaal: God schiep de mens, man en vrouw schiep hij hen.Anders gezegd: de massa ziet de mens als het paar, man en vrouw samen. De wetenschap voelt veel voor die opvatting en ontwikkelt de hypothese dat die gelijkwaardigheid ook in fysieke zin te vinden moet zijn. Daartoe moet het menselijk lichaam op een andere manier worden bestudeerd. Kernvraag: kan wetenschappelijk worden aangetoond dat de vrouw een even zo grote bijdrage levert aan het ontstaan van een kind als de man? Net als Galilei heeft de wetenschap geen enkel idee van de verregaande consequenties van deze hypothese.
De leer van de gelijkwaardigheid
Zoals gezegd, de kijk op het ontstaan van nieuw menselijk leven, dat is de kijk op de verboden taal van het lichaam, is grondig aan vernieuwing toe. Biologen en artsen hebben altijd de inwendige kant van het menselijk lichaam bestudeerd, maar nooit verder kunnen kijken dan het menselijk oog toestaat. Daarom is de vinding van de microscoop en de constante verbetering van het instrument van levensbelang voor allen die zich met de biologische wetenschap bezighouden.
Eindelijk krijgt de mens te zien welke processen zich in het menselijk lichaam afspelen. Eindelijk kunnen er bewijsbare verklaringen worden gegeven voor de gedragingen van menselijke organen.
In Engeland leeft de beroemde chirurgijn Percival Pott (1713-1788) die prachtige verhandelingen schrijft over alles wat hij tegenkomt in het menselijk lichaam. Hij is de man die aan de hand van wat hij heeft gezien de wereld op het spoor zet van een gedachte die steeds vastere vormen aan gaat nemen : de vrouw heeft net zoveel invloed op het concipiëren van nieuw leven als de man. Zijn idee: wij zullen er rekening mee moeten houden dat er sprake is van een totale gelijkwaardigheid van de man en de vrouw waar het gaat om het concipiëren van nieuw leven.
Argumentatie en consequenties
Het vinden van het wetenschappelijk bewijs is een helse klus en kan niet achteloos worden geleverd. Daar staat tegenover, dat er in de buik van de vrouw organen worden aangetroffen, die sterke overeenkomst vertonen met de organen die worden gebruikt bij het leggen van eieren. Dat klinkt wat banaal, maar hoe zegt een bioloog dat anders? Die vondst vindt internationaal erkenning en er ontstaat een groep wetenschappers onder de naam De Ovulisten. Deze groep richt zich op het vinden van het bewijs van de werking van het vrouwelijk ei.
De eerste consequentie van de nieuwe gedachte moet niet worden onderschat. Als het waar is, zou het niet alleen een overwinning zijn van de taal van het lichaam op de taal van het hoofd. Het zou veel meer een totale omkering zijn van alle maatschappelijke waarden die ons achttien eeuwen lang, en mogelijk langer, hebben beheerst. Daar zit de zittende elite niet op te wachten. Alle machtsposities zullen moeten worden opgegeven.
Maar het kan nog erger: op grond van die nieuwe waarheid hebben wij geen argumenten meer om vrouwen nog langer uit te sluiten op louter biologische gronden. Ineens is iedereen zich bewust van het feit dat tegen vrouwen louter biologische argumenten worden gebruikt. Op grond van de ondergeschiktheid van de taal van het lichaam mag een vrouw geen priester worden. Dat zou niet meer kunnen, als die ovulisten hun gelijk kunnen aantonen.
Een nieuw maatschappelijk fundament
De schrik zit er goed in. Het huwelijk zal als eerste opnieuw moeten worden gedefinieerd. Omdat deze samenlevingsvorm, het fundament van Kerk en samenleving, vanaf nu de gelijkwaardigheid in plaats van de ongelijkwaardigheid als uitgangspunt zal moeten hebben. Op grond van de nieuwe inzichten zullen vrouwen volledig wilsbekwaam moeten worden gemaakt. Een bijna niet te nemen horde.
De tijdgeest werkt niet alleen door in de biologische verhoudingen. De nieuwe leer heeft grote gevolgen voor alle maatschappelijke verhoudingen. Omdat ook de arbeid wordt verdeeld in de arbeid van het hoofd en de arbeid van het lichaam. Ook die twee zullen met elkaar moeten versmelten.
En wat te denken van de taal van de arbeid, het lichaam, en de taal van het geld, het hoofd? De taal van het geld staat in een eigendomsverhouding tot de taal van de arbeid. Ook die verhouding moet zal in de toekomst in een gelijkwaardiger verhouding gezien moeten worden.
Adam Smith probeert op deze vraag een antwoord te vinden en schrijft zijn Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations(1776). Ook hij laat zien dat de gelijkwaardigheid van de ruil verantwoordelijk is voor het succes van economische relaties. Mensen ruilen hun arbeid voor inkomen en komen daarmee in een
gelijkwaardiger positie ten opzichte van elkaar. Omdat de aard van de arbeid verschilt, zullen er inkomensverschillen zijn.
De aard van de arbeid zelf is dus verantwoordelijk voor het inkomensverschil, dat op zijn beurt weer een verklaring kan zijn voor het al dan niet hebben van maatschappelijke status.
Theater als de taal van het lichaam
Hoe moet deze boodschap aan de massa worden overgebracht? Is er een middel dat het nieuws over de letterlijke en figuurlijke taal van het hoofd en taal van het lichaam heel direct kan communiceren ? Dat middel bestaat en heeft inmiddels al bijna twee eeuwen ervaring. Dat middel kennen wij onder de verzamelnaam “opera”.
Opera is de theatertaal die zoekt naar de emotie achter de tekst en probeert voor deze emotie de juiste noten te vinden. Het is de muziek die probeert de communicatie van de mens tegelijkertijd te verheffen en te vereenvoudigen.
De wetenschap dient haar stellingen te bewijzen. De kunstenaar hoeft dat niet. De kunstenaar mag van zijn intuïtie een product maken. Dus gaat de taal van de opera, dat is de taal van het theater – het huis ter leeringhe ende vermaeck – aan het wetenschappelijk bewijs vooraf. Mede omdat gezongen teksten gemakkelijker worden onthouden.
Opera: communicatie in geheimtaal
Claudio Monteverdi(1567-1643) kiest in navolging van William Shakespeare(1564-1616) in 1607 voor een revolutionaire vorm van een muzikale theatertaal: de mens als metafoor. Hij kiest voor de zanger Orfeo, omdat zingen in de geheimtaal van de massa hetzelfde is als een optimale zinnelijke ervaring van het menselijk lichaam. Zingen is bij uitstek de taal van het lichaam. Letterlijk en ook figuurlijk.
De keus van Orfeo is om nog een reden opmerkelijk. Omdat de taal van het lichaam sinds jaar en dag in gesprekken verboden is, heeft de muziek die taak overgenomen. De snaar- en strijkinstrumenten zijn het symbool van de lichaamstaal van de vrouw, zoals de blaasinstrumenten de lichaamstaal van de man vertegenwoordigen. Orfeo is altijd vergezeld van zijn lyra. Daarmee is hij geworden tot de man die nu zichtbaar en tastbaar onlosmakelijk is verbonden met het wezen van de vrouw, gesymboliseerd door een instrument. Daarmee staat hij model voor de visie van de massa, dat is de taal van het lichaam. Orfeo vertegenwoordigt het paar.
Het leven is voor te stellen als de zoektocht van de mens op weg naar het ultieme oordeel. In het Grieks is dat: euri diki, een wijdlopig vonnis. Stel dat “euri diki” voor als een vrouw, spreek haar naam uit als Euridice, en je hebt een opera: Orfeo ed Euridice. In die naam ligt actuele discussie van de 18e eeuw opgesloten.
1762 : Orfeus keert terug
In 1762 heeft Christoph Willibald von Gluck verklaard dat wij in de opera terug moeten naar de oorsprong en opnieuw wordt de Orfeo gecomponeerd. Deze Orfeo kent een andere afloop, omdat de tijdgeest nu zover is dat de mens mag zegevieren over de goden. De librettist weet een werelddiscussie in twee regels samen te vatten : Che faró senz’ Euridice, dove andro senz’ il mio ben…
De lange klinkers in de eerste regel stellen de vraag die iedere man zichzelf stelt als hij één keer de vrouw van zijn leven heeft gevonden. Lange klinkers als symbool van de twee-eenheid van man en vrouw. De korte klinkers in de tweede regel stellen de vraag die iedere man zichzelf stelt als hij zich realiseert dat zijn vrouw is overleden. Korte klinkers als symbool van het niet heel zijn van het paar. Twee regels opera doen verslag van de tijdgeest. Het is opera op zijn allerbest. Verklanking van de tijdgeest in de taal van het lichaam.
Joseph II: kunst en controle
Als Maria Theresia sterft in 1780 en wordt opgevolgd door haar zoon Joseph II ervaren wij pas hoe het systeem aan zijn einde is. Joseph II wordt zoveel meer dan de tegenstelling van zijn moeder, die alle veranderingsprocessen had willen tegenhouden. Joseph wil uitgroeien tot de “Keizer aller Veranderingsprocessen”. Hij heeft een groot gevoel voor de fundamentele veranderingen die op komst zijn. Door middel van de taal van de kunst doet hij een oprechte poging om alle emoties van de massa in goede banen te leiden. Schrijvers, schilders, dichters, beeldhouwers en componisten krijgen allemaal de taak om vorm te geven aan de veranderingsprocessen. Joseph gaat zelfs zo ver, dat hij niet meer gehoorzaamt aan de Paus. Om te laten zien, dat de emancipatie van de taal van de massa, de taal van het lichaam, niet meer te stoppen is.
Dit alles tot zeer groot ongenoegen van zijn hofhouding, die niets liever wil dan het voortzetten van het gecontroleerde leven van Maria Theresia. Maar Joseph heeft anders beslist. Hij verstond als geen ander de geest van zijn tijd en die geest ademde verandering, diepgaande verandering. Joseph weet dat er meer dan een revolutie op komst is.
Wolfgang Amadeus Mozart(1756-1791)
Als op 27 januari 1756 Wolfgang Amadeus Mozart in Salzburg wordt geboren, is niemand in de wereld zich bewust van het feit dat hij meer dan twee eeuwen na zijn dood nog altijd wordt beschouwd als het grootste muzikale genie dat de wereld ooit heeft gehad. Omdat zijn muziek zowel op het menselijk lichaam als op de geest van de mens een uitwerking heeft, die nadien niet meer in die mate in het notenbeeld van enig ander componist aanwezig is geweest. Een notenbeeld dat nog steeds voorwerp is van heftige discussies.
Wolfgang Amadeus Mozart heeft van meet af aan gebroken met alle conventies van zijn tijd. Daarin ondersteund door aperte medestanders als keizer Joseph II en tekstdichters als Lorenzo da Ponte en Emmanuel Schikaneder.
In het notenschrift van Wolfgang vinden wij niet alleen de samenvatting van bijna zes eeuwen wereldlijke muziekgeschiedenis, maar ook nog eens het nieuwe fundament voor de nog te schrijven muziek in de komende eeuwen. Voor nu is het van belang dat wij zijn theatermuziek leren ontdekken als de indringendste uiting van de taal die ieder mens beheerst, de taal van het lichaam.
Als goddelijk artiest met zijn antennes diep in de geschiedenis en nog dieper in de toekomst, is Wolfgang Amadeus Mozart de eerste die begrijpt wat de consequenties zijn van de nieuwe tijdgeest en de nieuwe visie op het ontstaan van nieuw leven. Bovendien : geen jongen heeft zo dicht op zijn moeder geleefd als hij en als eenvoudige, lieve, warme plattelandsvrouw was de taal van het lichaam bij moeder Mozart in zeer goede handen. Gewoon omdat zij een vrouw was en vrouwen zonder de taal van het lichaam geen vrouwen zijn.
Mozart opera’s: tijdgeest en vernieuwing
Mozart componeert zijn eerste opera in 1768. Vanaf 1775 wordt de vernieuwing ons in al zijn opera’s een facet van het vernieuwingsproces voorgehouden.
In Il Re Pastore gaat het om de herziening van het instituut van het huwelijk. Omdat volgens de nieuwe leer de mens zelf de schepper van het nieuwe leven is.
In Idomeneo staat Ilia model voor alle vrouwen. Zij opent de opera met de zin: wanneer komt er een eind aan mijn bitter lot?
In Die Entführung aus dem Serail leert de man om vergeving te vragen voor zoveel eeuwen ontkenning van het wezen van de vrouw. Omdat de liefde overwint en de liefde tussen man en vrouw geen hiërarchie kent.
In Le nozze di Figaro nemen wij afscheid van het vrouwbeeld oude stijl, de Comtessa. Vanaf nu richten wij ons op het vrouwbeeld nieuwe stijl, Susanna. Deze opera zal een centrale rol vervullen in het ontstaan van de revolutie van 1789.
In Don Giovanni wordt voorgoed gebroken met de onbetrouwbaarheid en de hiërarchie van het masculine machtsmodel.
In Cosi fan tutte(le donne) gaat het om de vraag hoe wij moeten omgaan met de onbetrouwbaarheid van de vrouw.
In Die Zauberflöte wordt ons een blauwdruk aangereikt voor het inrichten van het nieuwe bestaan van ieder individu. Zowel in biologisch, cultureel als spiritueel opzicht.
In La Clemenza di Tito zien wij de voorwaarden waaronder nieuw leiderschap kan functioneren.
1800 – 1840 : vrouw en identiteit in het Bel Canto
Europa is tot uitbarsting gekomen, het oude fundament is onder de maatschappij vandaan getrokken. De revolutie is geweest. De legers hebben hun ons niet bevrijd, maar opnieuw geknecht. En toch, in de kern van de mens zit een klein mechanisme dat door geen macht of kracht is te beheersen: de eigen individuele vrijheid. Die vrijheid zal altijd en opnieuw de winnaar zijn van welk maatschappelijk, politiek en economisch conflict dan ook.
Achter de legers ontvouwt zich een tijdgeest van grote emancipatie van de vrouw. Haar wereld, naar lichaam en geest, zo lang ontkend, verdient het om verkend, verklaard en ontvouwd te worden. Zo verschijnt het wezen van de vrouw in de taal van de kunst, dus ook in de taal van de opera.
Giacchino Rossini stelt ons o.a. Rosina, Elvira, Elisabetta, Cenerentola, Semiramide, Elena en Mathilde als voorbeeld.
Gaetano Donizetti wekt Anna Bolena, Adina, Lucrezia Borgia, Maria Stuarda, Lucia, Elisabetta en Marie opnieuw tot leven.
Vincenzo Bellini beperkt zich tot Imogene, Julia, Beatrice, Norma en Elvira.
Parlement: de taal van het lichaam
De massa, de taal van het lichaam, zoekt en verkrijgt de gelijkwaardigheid van de elite, de taal van het hoofd. Als de elite is vertegenwoordigd in koning en ministers krijgt de massa een vertegenwoordiging in een instituut dat, uitgesproken op zijn Frans, doet wat alleen het hoofd kan: spreken, parler, parlement.
Het Koninkrijk der Nederlanden wordt opgericht in 1813. Koning Willem I begint nog als absoluut vorst. Dat kan nog even duren, omdat het parlement het spreken nog moet leren.
In 1830 gaan de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, begeleid door een opera, uit elkaar. Omdat overal in Europa de bevolking van mening is, dat het emancipatieproces niet snel genoeg verloopt, volgt er in 1848 een nieuwe revolutie. Pas als de elite zich tegen hem keert, buigt koning Willem II voor de wil van het volk. Voor ons betekent het de bouw van het Huis van Thorbecke en de invoering van de politieke ministeriële verantwoordelijkheid. Om ons heen raakt Europa op drift. Overal moeten de verschillende machten worden gescheiden. De staatkundige eenwording van Italië in 1861gaat niet zonder slag of stoot. De oorlog van 1870-1871 tussen Frankrijk en Duitsland gaat weer ouderwets over de hegemonie in het EuropeseHuis.
Giuseppe Verdi : 1813 – 1901
Na de grote emancipatieperiode van het Bel Canto zal Giuseppe Verdi uitgroeien tot de nieuwe held van het Italiaanse operatoneel. Zijn eerste grote succes, dat hij viert met Nabucco in 1842, is maatgevend voor alle opera’s die nog zullen volgen. De nieuwe kijk op de nieuwe maatschappij heeft alleen kans van slagen als die nieuwe kijk individueel kan worden beleefd. De nieuwe kijk op het wezen van de vrouw kan niet door systemen worden opgelegd en afgedwongen zoals vroeger. Als de nieuwe inzichten niet in het gezinsleven leiden tot nieuwe gedragingen is de kans op succes minimaal.
Van de trilogie dochter – echtgenote – moeder acht Giuseppe Verdi het dochter zijn van het grootste belang. Juist in de relatie tot haar vader zal de dochter leren wat een man is en hoe zij de nieuw geformuleerde doelstellingen kan realiseren.
Geredeneerd vanuit de vader wil Verdi laten zien dat dochters kunnen uitgroeien tot volwassen en zelfstandige vrouwen, als de vader in dat proces het goede voorbeeld is geweest.
Richard Wagner : 1813 – 1883
Richard Wagner grijpt terug op mythologische verhalen om als het ware de ontstaansgeschiedenis van de nieuwe mens vorm te geven. Ook hij worstelt met het recht van het individu in verhouding tot de collectieve verplichting. De taal van het lichaam tegenover de taal van het hoofd is als de taal van de lust tegenover de taal van de liefde. Wagners eigen worsteling met deze vraag gaat hand in hand met de vraag of een nieuw politiek systeem deze vraag kan beantwoorden. In feite zijn wij op het operatoneel getuige van de vraag naar de politieke macht in Europa. Het is bekend dat de macht van de Kerk alleen kan worden uitgeoefend bij de gratie van een sterk en hecht, politiek fundament.
De Onderneming: de taal van arbeid en kapitaal
In 1862 wordt de slavernij officieel wereldwijd afgeschaft. Dat kan ook, omdat de machine de arbeid van de mens kan vervangen. Daarom gaat het eigendomsrecht van de elite naadloos over van de mens naar de machine. Omdat de elite zijn positie niet zomaar opgeeft. Bovendien sluit de factor arbeid zo mooi in de trilogie van de zekerheid.
De Kerk bood zekerheid in het geloof. De Staat bood zekerheid in de wet. De Onderneming biedt zekerheid in de arbeid.
De onderneming is natuurlijk niet echt iets nieuws. De geschiedenis heeft ons al vele ondernemingsvormen laten zien, maar de negentiende-eeuwse vorm heeft wel heel iets eigens. De tegenstelling tussen geld en kapitaal is als de tegenstelling tussen het hoofd en het lichaam.
De taal van het hoofd van de onderneming en de taal van het lichaam van de onderneming organiseren zich beide op een voor hun karakteristieke manier. Het hoofd blijft georganiseerd op de beursvloer en het lichaam vindt zichzelf terug in de vakbond. Tot diep in de twintigste eeuw zullen zij elkaars tegenstellingen blijven benadrukken.
Carmen: de taal van het lichaam
De lancering van de opera Carmen in 1875 is volledig in overeenstemming met de tijdgeest. Omdat de taal van het lichaam in letterlijke en figuurlijke zin opnieuw op gang geholpen moet worden. De kinderen verlaten de fabrieken en zullen massaal naar school gaan. De emancipatie van de vrouw pakt de draad weer op waar deze rond 1835 is blijven steken. Rond 1880 gaat de emancipatie zo ver, dat maatschappelijk verankerde groeperingen zichzelf omvormen tot politieke partijen. Dat is: de kerk uit en de wereld in. Het Vaticaan probeert met Rerum Novarum(1891) te redden wat er te redden valt. Het helpt niet. Het emancipatieproces van de massa heeft politieke kleur gekregen. Ondersteund door de techniek. Van gas gaan wij naar elektriciteit en in het straatbeeld verschijnen de eerste auto’s.
1900 – 1950
Vanaf 1905 is het onrustig in Rusland. In 1914 breekt een wereldoorlog uit. In 1917 ondergaan de Russen twee revoluties. De vrede van 1918 wordt gevolgd door 20.000.000 doden wegens de Spaanse Griep. De ontwikkelingen in het kiesrecht kunnen hier niet onvermeld blijven. Het parlement wordt vanaf nu gekozen met algemene stemmen. De financiële elite wil de wereld bewijzen dat zij de touwtjes goed in handen heeft. De uitbraak van arrogantie mislukt en de wereld wordt meegesleurd in de financiële crisis van 1929. Als wij denken dat wij er bovenop zijn, breekt de Hitleriaanse hegemonie los. Het zal duren tot en met 1945. Vanaf 1950 treedt in Europa de rust echt in.
1950 – 1968
Bevrijd van de Duitse legers. Niet bevrijd van de elitaire structuur van de jaren ’30 die nog niet is voltooid. Opnieuw bezet door de megalomanie van de Amerikanen. Een verzuilde samenleving begint aan de opbouw van Nederland. Succesvol en zelfs veel meer dan dat. Maar : de emancipatie van de massa moet wel in de hand gehouden worden. Waar de taal van het lichaam individualiseert, collectiveert de taal van het hoofd. Hoe individueel de arbeid ook is, het arbeidscontract is een collectief contract. Hoe individueel de verzekering ook is, het verzekeringscontract is een collectief contract.
In 1957 wordt de gehuwde vrouw eindelijk handelingsbekwaam. In hetzelfde jaar wordt opnieuw een basis gelegd voor het zoveelste fundament van het Europese Huis: de oprichting van EEG en EGKS. De elite haalt opgelucht adem, de ouder orde blijft hersteld.
1968: Europa bevrijd
In 1968 wordt Europa bevrijd. Door de kinderen van de generatie ’45-’50, die tegen hun wil zijn meegesleurd in een vooroorlogs patroon. De generatie aan wie nooit is gevraagd “wie ben je en wat wil je?” Die generatie bevrijdt zichzelf en haar omgeving. De elite voelt zich genomen, maar is onder dwang van tijd en omstandigheden bereid om de bestaande wetgeving mondjesmaat aan te passen aan de gerechtvaardigde verlangens van deze mensen. De Wet op de OR is een eerste, voorzichtige stap van de elite in de richting van de massa. De elite geeft zijn positie niet zomaar op.
De tweede helft van de 20e eeuw wordt een tijd van eeuwigdurende voorspoed. Alle idealen van de 19e en de 20e eeuw kunnen in vervulling worden gebracht. Er gaan meer mensen naar de universiteit dan in de 200 jaar ervoor naar de middelbare school. Iedereen heeft een kastje in huis met minstens 35 kanalen, waarmee hij de totale wereld kan controleren.
1975: werknemer met een mening
Met de Wet op de OR hebben wij de werknemer het wettelijk recht op een mening gegeven. Ook hebben wij daarmee het begrip “inspraak” geïntroduceerd. Volgens sommigen al een te grote stap. Veel verder zouden wij niet moeten gaan.
Veel liever laten wij onze eigen, zo vertrouwde modellen van arbeid en zorg los en storten wij ons in de armen van het onvervalste, Amerikaanse kapitalisme. Waar de Nederlandse overheid gedurende honderden jaren kon waken over collectieve bescherming van maatschappij en burgers, worden diezelfde burgers nu overtuigd van het tegendeel.
De jaren ‘90
In het Amerikaanse kapitalisme is geen ruimte voor enige vorm van collectiviteit. Alles is particulier. Zo zal het hier ook moeten. Niet alleen in het bedrijfsleven. Ook bij de verschillende overheden en semioverheden. Privatisering wordt een modewoord. Het is een riskante zaak, omdat alle overheidsbedrijven en gebouwen met collectief geld zijn opgebouwd en in stand gehouden. Elke Nederlander is als het ware al aandeelhouder, maar wordt door de politieke, financiële en bestuurlijke elite gedwongen om nog een keer te betalen voor aandelen van geprivatiseerde instellingen. KPN is het gemakkelijkste voorbeeld. Wij zijn zo rijk geworden, dat het land 6% miljonairs telt en 20% van de bevolking gemiddeld € 105.000,– heeft belegd op de beurs. Dat zijn 1.400.000 huishoudens. Dat is een totale inleg van € 147.000.000.000,–
Het nieuwe millennium
De elite grijpt zijn kans en schroeft de inkomens op tot krankzinnige hoogten. Inclusief nog krankzinniger bonusregelingen. Hoe de wereld ook waarschuwt, er wordt niet geluisterd. Alle economisch en financiële bomen groeien tot in de hemel.
Vanuit de USA krijgen wij spiksplinternieuwe beleggingsproducten aangereikt, die ons oceanen van opbrengsten beloven. Hoe er ook wordt gewaarschuwd voor de risico’s, de elite is doof.
Het worden de tijden van de megalomane hersenspinsels van Amerikaanse en strak in de schaduw daarvan lopende zakenmannen. De ene fusie is nog niet achter de rug of de volgende wordt alweer aangekondigd. Telkenmale gefinancierd met inzet van het geld van de massa, zonder dat de massa zich ertegen kan verzetten.
2006 en verder
Waren wij al eerder opgeschrikt door extreme problemen bij Amerikaanse energiemaatschappijen, in 2006 ervaren wij voor het eerst dat ook banken in de problemen kunnen raken. Het wordt de inleiding op het doorprikken van alle financiële ballonen en de extreme koersverliezen die in 2008 geleden zullen gaan worden. De Amerikaanse regering doet wat in de hele wereld voor onmogelijk werd gehouden: met collectief geld steun bieden aan particuliere ondernemingen. De financiële elite steunt met collectief geld de Wall Street bankiers die medeverantwoordelijk zijn voor het ontstaan van de crisis.
De keuze van Barrack Obama is een lichtpunt in de duisternis. Zijn uitstraling verschaft de Amerikanen de hoop op het overleven van alle ellende. Hij wordt gekozen door de stemmen van de gekleurde massa in combinatie met de stemmen van de blanke intellectuelen. Het is een kopie van de 18e-eeuwse verbinding van de wetenschap met de massa. Dat was destijds de inleiding om het vervangen van het maatschappelijk fundament.
Het 19e eeuws maatschappelijk fundament
In de loop van onze geschiedenis zijn wij anno 2014 opnieuw toe aan de vervanging van het maatschappelijk fundament. Omdat het bestaande maatschappelijk fundament is geworteld in de 19e eeuw en tot nu toe nog nooit echt is bijgesteld. De kern van ons rechtsstelsel, de kern van de politieke structuur en besluitvorming, de kern van onze opvattingen over productie, techniek en vervoer, al die kernen zijn geworteld in de 19e eeuw.
In de fundamentele omwenteling van 1789 ging het om de vraag: is de vrouw louter een functie of ook een wezen? De beantwoording van die vraag, de vrouw is en wezen en functie, heeft het maatschappelijk fundament grondig veranderd.
Zo staan wij nu voor de vraag: is de werknemer louter een functie of ook een wezen? De beantwoording van die vraag, de werknemer is en wezen en functie, zal leiden tot voor velen op dit moment niet voorstelbare veranderingen in het maatschappelijk fundament.
Eigendom en controle
Nu de bestaande regelingen binnen de actuele politieke, financiële en bestuurlijke verhoudingen niet meer voldoen, is de vraag gerechtvaardigd waar te beginnen met de vernieuwing.
Boven aan het lijstje komt de eigendom te staan. Als wij kunnen komen tot een nieuwe omschrijving en een nieuwe definiëring van het begrip eigendom en de daarmee verbonden eigendomsrechten, zijn wij in één klap een heel eind op streek.
Voeg daarbij de nieuwe omschrijving en de nieuwe definiëring van de organisatie van de politieke, financiële en bestuurlijke controle.
Zorg ervoor dat de nieuwe vormen van eigendom en controle afdwingbaar zijn. Regel het zo, dat de nieuwe elite er nooit meer vandoor kan met de eigendommen van de massa.
Denktank en besluitvorming
Denken dat de oude orde zichzelf zal herstellen, is het najagen van fantomen. Er wordt van ons gevraagd ons aan te sluiten bij de natuurlijke ontwikkeling. Dat is, de erkenning van het aflopen van de oude orde, meewerken aan het ontstaan van de chaos en in die periode denktanks ontwikkelen die met bruikbare plannen komen voor de inrichting van het nieuwe maatschappelijk fundament.
Voorwaarde is en blijft dat de inrichting van het nieuwe maatschappelijk fundament uitsluitend kan worden toevertrouwd aan de mensen die op geen enkele wijze betrokken zijn geweest bij het veroorzaken van de politieke, financiële en bestuurlijke ellende waarin wij terecht zijn gekomen.
De denktanks kunnen heel nuttig gebruik maken van alle elektronische hulpmiddelen die hun ter beschikking staan. Voorwaarde is dat de besluitvorming wordt geregeld aan de hand van de hiërarchie van het argument. Omdat de hiërarchie van de politiek, de financiën en allerhande vormen van bestuur volledig uitgewerkt is.
Van crisis naar chaos
Als wij ervan uitgaan dat de laatste omloop tussen 1975 en 1980 is ingezet, mogen wij ervan uitgaan dat wij 2015 en 2020 de kern van de chaos hebben bereikt. In die tussenliggende jaren zal de economie op wereldschaal grotendeels tot stilstand komen. Omdat ieder voor zich en wij met zijn allen op zoek gaan naar nieuwe vormen van politieke, financiële en bestuurlijke besluitvorming.
Het houvast dat wij hier hebben is het Nederland van vlak na de oorlog. Ook toen was er veel afgebroken en moest er veel opnieuw worden opgebouwd. Het succes van toen was de devaluatie van de gulden. Daarmee hebben wij Nederland heel goedkoop gemaakt ten opzichte van het buitenland.
Een devaluatie van de euro is volstrekt uit den boze. Maar de belastingen zo ver verlagen, dat hetzelfde effect wordt bereikt, dat ligt binnen handbereik. Bovendien, de binnenlandse vraag zou met een dergelijke maatregel heel mooi intact blijven.
Pensioencrisis?
De fase van de fundamentele omwenteling valt samen met een periode waarin wij op grote schaal kunnen beschikken over de privé gespaarde vermogens in de vorm van pensioenen. Ook in deze zal de tering naar de nering moeten worden gezet.
Als uitgangspunt van alle handelen behoort te gelden: mensen gaan boven regels. Anders gezegd, in extreme tijden als wij tegemoet gaan, kan de dekkingsgraad terug naar 50%. Die dekkingsgraad wordt in de jaren vanaf 2020, als de economieën heel langzaam weer zullen aantrekken, weer teruggebracht op het dan vereiste niveau.
Pas als de overheden hun belastingen ingrijpend hebben verlaagd kan worden nagedacht over een verlaging van de pensioenuitkeringen.
Afsluitend: krediet verspeeld
In een korte tijd is de wereld dramatisch veranderd. Wat al jaren in de lucht hing, is zich nu aan het voltrekken. De politieke, financiële en bestuurlijke elite heeft opnieuw al haar krediet verspeeld. Door aan de haal te gaan met het fysieke krediet, is het niet fysieke vertrouwen volledig verbruikt. Dat krediet kan uitsluitend worden hersteld door mensen die geen onderdeel zijn geweest van het veroorzaken van de crisis. Dat wil zeggen, dat de politieke, financiële en bestuurlijke elite in zijn totaliteit zal moeten worden vervangen. Het zal enige tijd kosten om de bestaande elite daarvan te overtuigen. De uitlatingen van Rijkman Groenink inzake zijn beschikbaarheid voor de bank die onder zijn leiding nagenoeg failliet is gegaan, moge in deze het ultieme voorbeeld zijn.
Che faró senz’ Euri diki ?
Het maatschappelijk fundament zal met het oog op het herstel van vertrouwen. opnieuw moeten worden ingericht. Dat is meer dan een crisis. Dat is een fundamentele omwenteling. Omdat alle economische, financiële, juridische en politieke definities en begrippen aan vernieuwing toe zijn. De gevolgen van die operatie zullen dieper dan diep snijden in de bestaande maatschappelijke verhoudingen.
Vanaf 1975 zijn wij bezig met deze materie. Wij naderen nu het dieptepunt van de omwenteling, dat rond 2012/2013 zal worden bereikt. Vanaf die tijd kunnen wij beginnen met de opbouw van het nieuwe maatschappelijk fundament. Rond 2025 zijn wij met die opbouw klaar en wordt de wereld mooier dan hij ooit is geweest.
Met de Verankering in wet, regel en protocol van de juridische Eigendom en Controle van de massa, van de taal van het lichaam, en de leer van de gelijkwaardigheid komen wij anno 2010 tot de overtuiging dat de opera opnieuw terug kan naar de oorsprong. Opnieuw kan de metafoor van Orfeus ten tonele worden gevoerd. . Ook omdat de discussie over de werknemer als het ontkende deel van de mens en zijn arbeid opnieuw tot grote hoogte is gestegen. Iedereen weet dat het verhaal over de werknemer als rib uit het lijf van de werkgever niet langer te verdedigen is. Een samenleving volgens de bestaande regels van de Kerk, Staat en Europa heeft geen enkele toekomst meer. De mens zal de eigendom en de controle als het ware uit de dood moeten opwekken om zelf opnieuw mens te kunnen worden. Zo zal de taal van het hoofd het afleggen tegen de taal van het lichaam.
En opnieuw zullen wij de opera ervaren als het huis ter leeringhe ende vermaeck : che faró senz’ Euridice, dove andro senz’ il mio ben……